Zeven dagen in het leven van Asle, schilder en weduwnaar, verteld in zeven boekdelen, één voor elke dag, tot de dag van Kerstmis — zo eenvoudig van opzet is Septologie van de Noorse schrijver Jon Fosse. Vorig jaar verschenen al De andere naam. I-II en Ik is een ander. III-V, dit jaar is er ook Een nieuwe naam. VI-VII, het afsluitende deel in de reeks, waarin het leven van Asle tot een climax wordt gebracht.
Opwindend in strikte zin is Een nieuwe naam nochtans niet. Asle, starend naar het punt waar fjord en oceaan in elkaar overvloeien. Asle in de auto, over besneeuwde wegen, onderweg naar de stad voor inkopen. Asle die de hond uitlaat, een praatje slaat met de buurman, het vuur in de kachel oppookt, indommelt op de sofa. Voor het gewicht en het gewemel van onze alledag is in Asles leven geen plaats. Geen bericht uit de buitenwereld lijkt tot hem door te dringen, geen bekommernis om de staat van de wereld bezwaart zijn hart: zijn dagen beginnen met het bes…Lees verder
Zeven dagen in het leven van Asle, schilder en weduwnaar, verteld in zeven boekdelen, één voor elke dag, tot de dag van Kerstmis — zo eenvoudig van opzet is Septologie van de Noorse schrijver Jon Fosse. Vorig jaar verschenen al De andere naam. I-II en Ik is een ander. III-V, dit jaar is er ook Een nieuwe naam. VI-VII, het afsluitende deel in de reeks, waarin het leven van Asle tot een climax wordt gebracht.
Opwindend in strikte zin is Een nieuwe naam nochtans niet. Asle, starend naar het punt waar fjord en oceaan in elkaar overvloeien. Asle in de auto, over besneeuwde wegen, onderweg naar de stad voor inkopen. Asle die de hond uitlaat, een praatje slaat met de buurman, het vuur in de kachel oppookt, indommelt op de sofa. Voor het gewicht en het gewemel van onze alledag is in Asles leven geen plaats. Geen bericht uit de buitenwereld lijkt tot hem door te dringen, geen bekommernis om de staat van de wereld bezwaart zijn hart: zijn dagen beginnen met het beschouwen van zijn laatste schilderij, zijn dagen eindigen met het prevelen van de rozenkrans, en daartussen is Asle ook onder mensen alleen met zijn gedachten. Maar wat Septologie verliest aan wereldsheid, wint het aan intensiteit. Want al zoekt de geest naar rust, de geest rust nooit, en zo ingesloten het leven van Asle lijkt, hij reikt naar de oneindigheid.
In de vorige twee boeken uit de Septologie-reeks leerden we Asle kennen als een eenkennige, in zichzelf gekeerde man, verschanst in een half verlaten gehucht aan de Noorse westkust. Na de voortijdige dood van zijn vrouw Ales heeft hij, 'strikt genomen', met haast niemand nog contact. Alleen met Asleik, zijn buurman die af en toe komt aanwaaien en klusjes om het huis uitvoert, wisselt hij meer dan een paar woorden. En ook met Ales is hij altijd blijven praten: '… en dan zeg ik dat het heus niet zo lang meer duurt tot we weer bij elkaar zijn, zij en ik, en eigenlijk zijn we ook nu de hele tijd bij elkaar'. Zo verbonden voelt hij zich nog met hun gezamenlijke leven, dat zijn gedachten voortdurend overvloeien van heden naar verleden en weer terug. Fosse kondigt de overgangen van het hier en nu naar het toen en daar niet aan, wisselt ook niet van werkwoordtijden: meer dan om herinneringen lijkt het alsof het verleden in het heden opwelt, er deel van uitmaakt, even reëel als de stoel waarop Asle zit of de auto waarin hij rijdt. Voor wie ervoor openstaat, zijn de grenzen tussen wereld en nawereld poreus.
Evenzo de grenzen met Asle's alter ego, 'de andere naam' van het eerste boek in de Septologie-reeks. Want zoals er een Asle is die Ales ontmoette, de drank afzwoor, het katholicisme omarmde, de stad achter zich liet en succes oogstte met zijn schilderijen, is er een andere Asle, een Doppelgänger, ook een schilder, die de transcendentie niet vond in God maar in de drank, niet Ales maar Guro ontmoette, wilde verdwijnen in de zee en zich gestaag dooddrinkt. In de eerste dagen van Septologie stroomt het bewustzijn van de ene Asle voortdurend over in de andere, tot Asle bij een trip naar de stad zijn naamgenoot terugvindt in de sneeuw, delirerend, en hij hem afzet bij het plaatselijke ziekenhuis. In het laatste deel van de reeks wordt Asle de toegang tot zijn alter ego ontzegt: geen vervloeiingen meer tussen het ik en de andere naam, en de enige manier waarop we hem nog ontmoeten, is door de herhaalde telefonische mededeling vanuit het ziekenhuis dat Asle niet in staat is bezoek te ontvangen, en onrechtstreeks in de herinneringen van Asle aan zijn eerste ontmoetingen met Ales, die hem voortdurend probeert weg te houden van een vrouw die zij niet kent maar waar zij bevreesd voor lijkt — de Guro waarmee de andere Asle het zal aanleggen.
Septologie is een langdurige meditatie over wat kunst vermag, over God, en wat we winnen, en verliezen, in de levenskeuzes die we maken.
Het schilderij waarmee elke dag van Septologie opent, het laatste schilderij ook waaraan Asle gewerkt heeft vóór de laatste dag, bestaat uit twee verfstrepen, bruin en lila, die elkaar kruisen, en in elkaar overvloeien: 'Dit is geen schilderij,' denkt Asle, 'en toch is het zoals het moet zijn.' Paars is in de katholieke liturgie de kleur van boetedoening, inkeer, voorbereiding, de kleur van de adventstijd, wanneer gelovigen zich klaarmaken voor de komst van God. Paars is 'zwart waar licht doorheen gloort', volgens de liturgische uitleg. Asle schildert dit 'lichtende donker', zoals Jon Fosse het in taal probeert te benaderen.
Vertaald door Marianne Molenaar, Oevers, 244 blz., 22,50 €.
Verberg tekst